Schaapherder is echt een vak
Aart van den Brandhof is een herder in hart en nieren. Hij groeide op een boerenbedrijf op, aan de rand van de heide. Als jonge jongen liep hij mee met een herder. Aart is één van de meest ervaren schaapherders in Nederland.
“Het allermooiste van het herdersvak is het natuurschoon om me heen, elke dag weer. Ik geniet van de variatie tussen de seizoenen, maar ook van het contact met voorbijgangers en de vrijheid.” Aart loopt met zijn kudde van 300 Veluwse heideschapen en drie Border Collies op ongeveer 750 hectare Edese Heide en op 1000 hectare heide bij Planken Wambuis.
Het allermooiste van het herdersvak is het natuurschoon om me heen, elke dag weer.
Een gemiddelde werkdag van Aart begint om acht uur met het door de kudde lopen om te kijken of er nog bijzonderheden zijn en het verzorgen van zieke dieren. “Als dieren ziek zijn, laat ik ze in de kooi of kraal, zodat ze kunnen herstellen en ik er tijdens het lopen geen last van heb.”
Vervolgens trekt hij van 9 tot half 5 rond met de schapen. “Aan het eind van de dag ga ik met de schapen terug naar de kooi of naar een van de vaste kralen. Als ik de schapen dan verzadigd en rustig zie herkauwen, ga ik tevreden naar huis.”
Het mooiste seizoen is de lente, vertelt Aart. “Dan gaan de lammetjes naar buiten en dat vind ik altijd een geweldig moment. Dit trekt ook altijd veel publiek.” Aart vertelt enthousiast over zijn publieksfunctie. “Mijn kudde met de honden zijn natuurlijk een schitterend plaatje en dat trekt mensen. Ik leg dan vaak uit dat schaapherder zijn een echt vak is. Je moet veel weten van schapenverzorging, voeding, gebiedsbeheer, flora en fauna.”
Aart wordt ook regelmatig bezocht door schoolklassen en studenten van Wageningen Universiteit. “Dit moet wel in mijn dag passen, want anders kom ik niet meer aan begrazen toe”, vertelt Aart lachend.
Schaapherders en de vier seizoenen
Het werk van de schaapherder verschilt per seizoen. Elke seizoen brengt uitdagingen met zich mee en prachtige momenten. Aart van den Brandhof vertelt hier enthousiast over.
Lente
“Aan het begin van de lente worden er nog steeds lammeren geboren. Het is één van de drukste tijden omdat er veel publiek afkomt op de lammetjes. Iets later in de lente gaan de lammetjes mee naar buiten en moeten ze leren om in een kudde te lopen. Dat is een geweldig moment. Aan het eind van de lente scheer ik samen met vrijwilligers de schapen. Dat is altijd een heel leuke dag met veel gezelligheid. De wol van heideschapen is niet veel waard, ik ontvang tot 1 euro per vacht.”
Zomer
“In de zomer verkoop ik de rammen, de mannelijke dieren. In juli en augustus voegen mijn broer en ik, onze kuddes samen tot ongeveer 700 dieren. Ik loop tijdens de vakantie van mijn broer in augustus met de hele kudde over de heide. Met zo’n grote kudde kan ik de heide goed begrazen en echt meters maken. In augustus en september bloeit de heide en dat is altijd een prachtig gezicht.”
Herfst
In de herfst heb ik veel publiekstaken en begrazen mijn schapen veel heide. Ik ontvang onder andere excursies van schoolklassen, studenten van de WUR en bezoekersgroepen via Natuurcentrum Veluwe. Het najaar is echt prachtig met de roodkleurige boomrijen en het wisselende weer. Voor je het weet is het weer winter en gaan de schapen naar de schaapskooi.”
Winter
“In december stoppen de vrijwilligers en gaan de schapen in de kooi. Als het weer het toelaat, ga ik nog vier à vijf uur per dag met de schapen de heide op. Halverwege februari begint het aflammerseizoen en word ik geholpen door stagiaires van onder andere Helicon Velp. Bij tweelingen laat ik ze goed voelen en mogen ze helpen om de lammeren te verlossen. Ook bekijk ik elke dag samen met hen of er melk uit de uier komt en lammeren geen zere oogjes hebben.”
- Herder Aart van den Brandhof loopt met zijn kudde op ongeveer 750 hectare Edese Heide en op 1000 hectare heide bij Planken Wambuis.